Dit is hoe de schattige suikerpoppen worden gemaakt:
Gezichten:
Neem de grote houten ballen bij de hand, de gaten moeten omhoog en omlaag kijken. Schets nu voorzichtig met een potlood de gezichten op de voorkant van de houten bal. Begin met de ogen door ze in te kleuren met witte knutselverf. Breng daarbovenop het pastel olijfgroen aan voor de iris. Schilder daarboven de pupil in het zwart. Voeg een lichtpuntje toe in het wit. Teken nu de rest van het gezicht met een fineliner, bij voorkeur in de breedte 2,5.
Hoed en jurk:
Leg de sjablonen op het vilt of het vouwpapier en knip alles op maat. Twee jurken passen op één stuk vouwpapier. Plak de jurken aan elkaar met dubbelzijdige tape. Lijm de hoed in elkaar met een beetje hete lijm. Strek de uiteinden van de muts een beetje open, de muts zal er later mooier uitzien en het zal gemakkelijker zijn om te lijmen.
Suikerpoppen:
Zaag eerst de ronde stokjes tot ongeveer 10 cm. Plaats ze dan in de houten schijven. Meet 6 cm vanaf de onderkant van de houten schijf en markeer de plek. Trek een houten bal van 15 mm op de ronde staaf tot aan de markering. Maak het vast met hete lijm. Trek nu de jurk aan en bevestig hem met een lijmstift aan de houten bal. Knip ongeveer 10 cm van het witte chenilledraad voor de armen. Wikkel de draad rond het midden van het ronde stokje en buig de armen in vorm. Nu kun je het hoofd vastlijmen met hete lijm en de strik eromheen wikkelen.
Voor het haar, knip ongeveer 15 cm van de sprookjeswol. Verdubbel het en lijm het in het gat van de houten bal. Verdeel de sprookjeswol over de zijkanten en de achterkant van het hoofd. Bevestig het aan het hoofd met hete lijm. Nu kun je het haar stylen. Lijm op de hoed.
Voor het snoepje, draai de chenilledraden in rood en wit in elkaar en buig ze in vorm. Voor de lollies zaag je gewoon een stukje van het ronde stokje af en lijm of wikkel je er chenilledraad op.